Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook toen wij [18]dood waren door de misdaden, heeft [ons] [19]levend gemaakt [20]met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden) 18. Zie de aantekeningen vs.1. 19. Dat is, uit den dood der zonde verlost, door onze rechtvaardigmaking en wedergeboorte, gelijk terstond hierna verklaard wordt. 20. Want als Christus, die om onzer zonden wil gestorven was, is opgewekt zo heeft Hij metterdaad betoond dat Hij de schuld onzer zonde en het lichaam onzer zonden had teniet gedaan: hetwelk Hij eerst voor ons, en daarna ook in ons heeft volbracht uit kracht Zijns doods en Zijner opstanding, Rom.4:25, en Rom.6:6,7,8, als Hij ons het geloof heeft geschonken, door het geloof heeft gerechtvaardigd, en door Zijnen Geest heeft vernieuwd en geheiligd. Zie 1 Kor.1:30.